De das in Drenthe

Vijftig jaar geleden was de das zo goed als verdwenen uit Drenthe. Dat kwam vooral door vervolging, maar ook omdat het landschap sterk veranderde. Onder de vlag van de wederopbouw werd de infrastructuur flink uitgebreid en tegelijk werd de landbouwactiviteit intensiever. Er bleven steeds minder geschikte gebiedjes over voor een dassenterritorium.

Volwassen das op een burcht in het Hart van Drenthe.
Volwassen das op een burcht in het Hart van Drenthe.

Op 12 mei 1959 schrijven J. v.d. Peppel en Dr. A. v. Wijngaarden in een excursierapport het volgende: ‘Vlasveen bij Westervelde. Grote, goed belopen burcht in eikenhakhoutbosje. Dit is de laatste bewoonde Drentse dassenburcht!’ Bij een nieuwe inspectieronde in 1966 bleek de burcht niet meer bewoond.

Het tij keerde in de jaren zestig omdat vervolging inmiddels strafbaar was en ook steeds meer jagers de kant van de bescherming kozen. Aarzelend kwam de uitbreiding van de soort weer op gang. In 1967 wordt in Hooghalen voor het eerst weer een bewoonde burcht gevonden. Het kleinschalige en afwisselende landschap van Drenthe is in feite ook een ideale leefomgeving voor de das. Langs de beekdalen zijn de bossen heel geschikt voor burchten en de weiden in het dal bieden een overvloed aan regenwormen.

In 2020 telt Drenthe zo’n 500 à 600 bewoonde burchten. Het gemiddelde aantal dassen per burcht is ongeveer 2,5. Dat betekent dat er in Drenthe nu tussen de 1250 en 1750 dassen leven. In sommige streken in Drenthe zien we de groei van het aantal burchten en dassen stagneren. In andere gebieden breidt de das zich nog steeds uit.

Dassentunnel
Dankzij de aanleg van speciale dassentunnels worden er minder dassen aangereden in het verkeer.

Dassen hebben er geen enkel probleem mee om een burcht die al een halve eeuw of langer niet meer gebruikt is, weer in bezit te nemen. Burchten gaan ontzettend lang mee. Sommige hebben honderden generaties achtereen als woonplaats gediend.